De winter van 1991/1992 was het. Eurosport vulde voor het eerst onze huiskamer met exotische sporten waar ik voorheen nooit van gehoord had. Voortaan kon ik kennismaken met het gewaagde speedway, grotesk WWF wrestling of spectaculaire BMX cross. Ongezien! Voorheen moest ik het immers, op een snelle flits van één of andere obscure sport in Sportweekend na, stellen met koerscommentaren van Vanlombeek en Uytterhoeven. En om de 4 jaar met “KOOOOLLL KOOOLLLL KOOOOLLL”voetbalcommentaar van De Saedeleir natuurlijk. Geen slecht woord over deze laatsten, maar toch, het was en bleef een nogal Vlaams onderonsje.
Uren spendeerde ik achter de buis. Dankzij Eurosport, en ook een beetje de kabeltelevisie, verwijdde de blik van deze 9-jarige op enkele maanden met rasse schreden, al was het maar dat ik hoogstpersoonlijk kon vaststellen dat ook Finnen, Oostenrijkers, Slovenen en pakweg Luxemburgers sport beoefenden.
Het meest van al intrigeerden de wintersporten mij. Van het 4-schansentoernooi hadden we al gehoord via ZDF en andere Duitse zenders, maar biathlon, bobsleeën, kunstschaatsen en alpineskiën waren echt wel nieuw. Besneeuwde alpentoppen kwamen dansend op me af. Duizenden mensen stonden in bonte kleuren te supporteren en altijd klonken er wel ergens koebellen door de menigte heen. Ik kon de pistes en de frisse winterse berglucht ruiken, zonder er zelf ooit één keer geweest te zijn. De deuntjes van Tyrolia (‘Welcome to the fun”) en Rossignol kan ik tot de dag van vandaag meeneuriën.
Nooit zal ik vergeten hoe een nieuwe god zich bij me aandiende. Alberto Tomba, Tomba La Bomba, beleefde in die bewuste winter van 1991/92 zijn comeback. Dat hij in 1988 als 21-jarig broekje goud had gepakt op de spelen in Calgary, maar daarna nooit meer op niveau was gekomen, vertelde een geëxalteerde Nederlandse commentaarstem. Maar nu stond Bomba er helemaal terug. 90 kilo, scherp aan de haak, enkel van zijn berg afdalend om een medaille in ontvangst te nemen en daarna snel -liefst per helikopter- terug te vliegen naar zijn mansion boven op de top.
Tomba La Bomba stond voor alles waar ik niet voor stond. Liederlijkheid, losbandigheid, gulzigheid en arrogantie. En toch. En toch supporterde ik vol overgave voor hem. Weekend na weekend genoot ik mee van zijn successen. Niemand kon zichzelf zo agressief als hem maar tegelijk ook zo elegant tussen de poortjes laveren. Niemand sneed zo fel als hem door te bochten. Niemand verhoogde zijn skibindingen met zelfgemaakte plaatjes om nog scherper te kunnen carven. Niemand!
In 1998 kondigde Alberto “io sono una bestia” Tomba zijn afscheid aan. De Spelen in Nagano liepen uit op een sisser van jewelste, maar later dat jaar pakte Tomba nog wel één keer verwoestend uit in de slalom van het mondaine (waar anders?) Crans-Montana. Toen ik enkele jaren geleden in Peio Fonti in restaurant “Il Molino” dineerde, zag ik in de gang een foto van de chef poserend met Tomba. Te vet uiteraard, maar nog steeds even kwiek en monter als voorheen.
Ik weet niet of ik ooit nog een sportheld zal ontdekken als Alberto Tomba. Ik weet wel dat hij me tot de dag van vandaag plezier bezorgt.